Hout verdient ook in jouw hoofd een betere plek
Te vaak merk ik nog dat er misverstanden leven rondom het gebruik van hout in de bouw. Zowel bij professionele gebruikers, als bij consumenten.
Zo kreeg ik van een woningcorporatie de vraag of ik wilde adviseren bij een binnenstedelijk project. Wat moesten ze doen? Houten of kunststof kozijnen? Het ging om oude woningen, waarin kunststof kozijnen gezeten hadden, omdat ze niet verwachtten dat die panden nog lang mee zouden gaan. Inmiddels was anders besloten en waren de kunststof kozijnen nodig aan vervanging toe. Als het maar op schuiframen leek, dan was het goed, want ja, die prijs he? Twijfels over de materiaalkeuze dus, gebaseerd op hardnekkige misverstanden.
Kunststof kozijnen eruit, houten kozijnen erin
Ik kon hem overtuigen de woningen op te knappen met nieuwe houten kozijnen. Hiermee brachten we de uitstraling van de woningen terug in de oorspronkelijke staat. Kunststof eruit, hout erin dus. Zodra het gaat over hout of kunststof, verliest hout vaak (onterecht) op stichtingskosten. Dat komt omdat men niet bereid is de ‘cost of ownership’ in z’n totaliteit uit te rekenen. Men gaat er voor het gemak vanuit dat hout en kunststof even lang meegaan in een bouwwerk, maar dat is helemaal niet zo.
Om kostentechnisch een voorbeeld te noemen; in renovatie heb je bij gebruik van hout geen stelkozijnen nodig, bij kunststof altijd. De economische levensduur wint het daarnaast met gemak. Zelfs als je uitgaat van meer onderhoud bij hout (nog zo’n misvatting) spreken de feiten voor zich. De mogelijkheid om onderdelen te repareren of vervangen is vaak doorslaggevend. Tel daarbij de uitstraling van hout en de voordelen voor het milieu op, en je wint de wedstrijd met grote voorsprong.
Waarom nog steeds die twijfel?
We hebben het laten gebeuren. We moeten veel meer van onze eigen kracht uitgaan en de feiten over bouwen met hout en houten kozijnen veel beter communiceren. Als branche is hier veel te winnen.
De laatste jaren ondervinden wij zelf continu in de praktijk hoe vaak men na overleg toch voor hout kiest. We halen grote percentages kunststof- en aluminium kozijnen uit bouwwerken en vervangen het door hout. Bij veel projecten is er ook geen reden meer om versleten kozijnen door kunststof te vervangen.
Zo schermt de professionele opdrachtgever graag met het kwaliteitshandboek van de VKG, waarin 5 jaar garantie op kunststofkozijnen geboden wordt. Helaas weet zo’n opdrachtgever niet dat het alternatief beter is. Bij hout krijg je namelijk garanties van 10 tot zelfs 15 jaar. Hetzelfde geldt voor hang- en sluitwerk; 1 jaar bij kunststof kozijnen, bij houten kozijnen standaard 5 jaar garantie. Het klapstuk vind ik zelf artikel 14.10c in het kunststofhandboek met de opmerking ‘geen garantie bij ontbreken van onderhoud of reiniging’. Blijkbaar is onderhoud– ondanks alles dat door hen jarenlang in de markt geroepen wordt - toch noodzakelijk.
Er sterven meer mensen aan rook dan aan brand
Echt kwalijk vind ik het worden als we kijken naar de Europese S2 norm rookpreventie. In het Bouwbesluit is dankzij ‘de kunststoflobby’ het reparatie artikel 2.70 opgenomen; kunststof mag toegepast worden indien het oppervlakte kleiner is dan 10% van de totale oppervlakte constructieve onderdelen. Tel de vloer, het dak en de wanden bij elkaar op en dan is het raam al snel minder dan 10% van het geheel.
Er sterven meer mensen aan rook dan aan brand. Kunststof mag toegepast worden ‘in constructie-onderdelen van de ruimte waardoor geen vluchtroute voert’. Dat beperkt het gebruik dus tot ruimtes voor ‘zelf reddende personen’. Aanleunwoningen, zorgwoningen, bejaardenwoningen, ziekenhuizen etc. vallen allemaal af. Maar wat zegt het over slaapkamers voor kleine kinderen? Zijn die kinderen zelfredzaam?
De feiten zijn onvoldoende bekend in de markt
Pas geleden hoorde ik een enthousiaste aannemer bij een Bouwend Nederland-bijeenkomst vol trots zeggen ‘dat hij nu met een andere dorpel werkt, waardoor hij niet na 5 jaar, maar na 7 jaar moet schilderen!’ De beste man weet niet dat het nu al 15 jaar is… We hebben het onvoldoende duidelijk gemaakt bij professionele gebruikers, laat staan bij consumenten.
Als je als consument eens in de 20 tot 30 jaar moet nadenken over houten of kunststof kozijnen, dan kun je het gerust een low interest product noemen. ‘Hout? Dat betekent schilderen, rotten…’ zit nog teveel in de hoofden. Het houten kozijn heeft de afgelopen tientallen jaren grote stappen gemaakt, maar dat heeft de consument nog onvoldoende bereikt. De liefde voor hout mag prominenter getoond worden. Niet langer de focus op wat in het verleden niet goed genoeg ging, maar de voordelen op milieugebied, duurzaamheid, kwaliteit etc. de aandacht geven die ze verdienen.
Zodat hout ook in jouw hoofd de plek krijgt die het verdient.
Daar moeten we met z’n allen vol op insteken.
Doe je mee?