Circulair bouwen; hoe Bert Brinks zelf de cirkel rondmaakte...
Bert Brinks, manager R&D bij De Groot Vroomshoop geniet per 1 oktober 2017 van zijn pensioen na een inzet van maar liefst 46 jaar voor de Groot Vroomshoop. Ooit begonnen als tekenaar/houtconstructeur en uiteindelijk medeverantwoordelijk voor de productkwaliteit, productontwikkeling en het duurzaamheidsbeleid. Ik sprak hierover met Bert.
Van ‘geitenwol’ naar barre realiteit
“Eigenlijk ben ik me al heel lang bewust van de impact van menselijk handelen op onze aarde. Het doorgeven van een gezonde en leefbare aarde aan volgende generaties heeft mij nooit losgelaten. In de beginjaren was het nog een ‘geitenwollensokken verhaal’ van idealisten. Hun ideeën pasten niet in onze lineaire economie, omdat men toen nog dacht grondstoffen eeuwig ter beschikking te hebben. Maar sinds de zure regen in de 70er jaren en de oliecrisis, is er steeds meer besef gekomen dat er grote nadelen zitten aan een ongebreidelde consumptie. Het heeft daarna toch nog erg lang geduurd om tot maatregelen te komen voor bestaande en nieuw ontstane problemen, zoals de aantasting van de Ozonlaag en de hiermee gepaard gaande opwarming van de aarde en de migratie van grote bevolkingsgroepen.
Meer en meer is men zich steeds ‘milieu- en mens-bewuster’ geworden van de impact van handelen voor jezelf op de directe omgeving, maar ook ver buiten de landsgrenzen. Hergebruik van grondstoffen, duurzaam en verantwoord geproduceerd hout, het wordt inmiddels breed omarmd en geeft de houtwereld ook unieke kansen. Het voelt goed dat ik hier in vele jaren van mijn werkzame bestaan invulling aan heb kunnen geven.
Steeds stapjes opschuiven naar duurzaam ondernemen
De Groot Vroomshoop was als één van de eersten FSC-gecertificeerd. Ik weet nog goed dat ik in de begintijd tijdens (Goed Hout) FSC-vergaderingen opviel, omdat ik er toch wel wat gekleder uit zag dan de rest. Met het succes van FSC kantelde dit compleet en viel ik weer op tussen allerlei mannen in keurige pakken en stropdassen. De auto’s op de parkeerplaats lieten ook goed zien dat er een behoorlijke omslag had plaatsgevonden. Goed om te zien, want dan krijgt het doel ‘duurzaam bosbeheer’, waaronder ik ook PEFC schaar, relevante aandacht en draagvlak. En niet alleen als grondstof hout, maar juist ook de sociale kant in de herkomstgebieden; de lokale mensen.
Ook met People, Profit, Planet waren wij er voor houtwereldbegrippen vroeg bij. Het voelde goed om bij een sociaal bedrijf te mogen werken dat duurzaamheid en menselijkheid als speerpunt heeft, maar ook let op een gezonde financiële afweging en verdienmodellen die de continuïteit verzekeren.
Jaren geleden heb ik - uiteraard samen met anderen - ons MVO-beleid gevormd. Ieder jaar stellen we doelen en nemen we gewogen beslissingen waarbij niet alleen geld belangrijk is. We brengen de juiste balans zonder dat het een zweverig gedoe wordt. Het leuke is dat er diverse stappen zijn gemaakt die goed zijn voor het milieu en waarmee ook geld verdiend wordt. Bij afvalscheiding en het energetisch opwaarderen van de gebouwen was dit heel duidelijk.
“Het hergebruik van onze liggers is zo’n beeldend voorbeeld waarmee we intern en extern duurzaam besef creëren.”
Een praktijkvoorbeeld van circulair bouwen in onze nieuwe bedrijfshal: de I-ligger
We zijn niet alleen bezig met hergebruik omdat we het leuk vinden, maar we brengen het zelf ook in de praktijk. Voor de bouw van de nieuwe daken en opslaghal moesten oude hallen worden afgebroken. In de oude hallen zaten gelamineerde liggers. Doorgaans als een gebouw wordt afgebroken, kijkt de sloper of ‘ie er een klantje voor heeft’ en zo niet dan wordt het energiehout. Dat laatste is natuurlijk een aardige bestemming, maar in de circulaire economie wil je ‘het product’ minstens 2 of 3 levens geven. Zo zit het product een paar honderd jaar in de kringloop, houdt het al die tijd CO2 vast en voorkom je materiaalverspilling.
Maar goed, er waren prachtige gelamineerde houten balken over, maar ze waren niet sterk genoeg, te kort en pasten eigenlijk niet in de nieuwe toepassing. Waar de meesten dan voor de makkelijke weg kiezen, maakten wij er een case van: hoe kunnen we ze wel hergebruiken in onze nieuwe bedrijfshal?
Tijdens onze zoektocht hebben we technieken toegepast, waarvan ik zeker weet dat die in de toekomst mainstream worden. Hout is eenvoudig te bewerken ook al is het oud hout. We hebben de liggers op een grote schuurmachine mooi schoon en vlak geschuurd. Daarna zijn ze verlengd met behulp van een grote CE-gecertificeerde vingerlas, een techniek die we al 60 jaar in huis hebben. Daarmee was de lengtebeperking overwonnen.
De balk bleek echter niet sterk genoeg voor de gewenste toepassing. De grootste krachten ontstaan in de randzones van de liggers. Hier hebben we extra hout aangelijmd waardoor er een I-profiel werd gevormd met voldoende sterkte en stijfheid. De gevormde I-ligger is daardoor ook nog eens enorm veel materiaal-efficiënter (minder materiaal met een vergelijkbare sterkte en stijfheid). Esthetisch gaat het ook goed, na een schuurbeurt zien de I-liggers er uit als nieuw.
Zo hebben we met de hernieuwbare grondstof hout voorkomen dat we nieuw materiaal moesten gebruiken en het zo efficiënt mogelijk toegepast. Maar ook wij leren steeds; zo weten we nu beter waar de sloper op moet letten als hij aan de slag gaat. Omdat het een eigen gebouw van ons betrof, waren de eigenschappen van de balk ons bekend. Dat is belangrijk bij het vrijkomen en hergebruiken van materialen.
Ik juich het ‘madaster’ dan ook toe. Dit is een soort Materialenkadaster; het meegeven van alle materiaalkenmerken en kwaliteit, voor de generatie die het gebouw gaat demonteren met als doel eigenschappen zichtbaar en materialen herbruikbaar te maken en er daardoor waarde aan toekennen. En dan minstens voor eenzelfde toepassing gebruiken (recyclen of upcyclen), want dan is het pas circulair!
Mijn eigen cirkel blijkt ook rond
Tijdens het proces kwamen we erachter dat ik de hergebruikte balken in 1972 nog heb uitgetekend als één van mijn eerste projecten. Ik kreeg daarom de eer de eerste I-ligger in onze nieuwe hal zelf met een kraan te plaatsen, onder toeziend oog van mijn collega’s en de bouwer. Dat was mooi, de cirkel is nu ook voor mij rond.
“Betonnen gebouwen slopen en het beton dan ‘hergebruiken’ om onder het wegennet te stoppen is geen circulair bouwen. Dat noem ik downcyclen.”
Wat ik de houtbranche nog graag meegeef
Er breken mooie en bijzondere tijden aan voor hout. Maar de tijd is rijp is om ‘vol gas’ te geven. Met hout scoren we goed, maar andere branches investeren kapitalen om te kunnen roepen dat ze duurzaam of duurzamer (lijken te) zijn dan hout! Met allemaal mooie plaatjes, ondersteund met dikke rapporten. Daarin naast goede zaken ook veel aannames, die nog maar eens waargemaakt moeten worden. Betongranulaat onder de wegen stoppen en dit als circulair te beschouwen gaat mij te ver!
Met hout hebben we het meest duurzame basisproduct van allemaal. De nieuwe regering erkent nu ook de kansen voor hout. Houtbranche breed en samen met andere Europese landen zal er geknokt moeten worden tegen de reusachtige lobby’s van staal, beton en kunststof.
Het is echt niet vanzelfsprekend dat hout de plaats krijgt die het behoort te krijgen. Volop kansen ja, maar er is voor de hele houtwereld nog flink wat werk aan de winkel.
Succes hiermee, grijp je kansen met veel werkplezier!”
Ook namens de NBvT VHSB hartelijk dank voor je jarenlange inzet Bert, geniet van je welverdiende pensioen!
Sietse Broekema
Bert Brinks werkt als manager productontwikkeling en kwaliteit bij De Groot Vroomshoop BV. Begonnen als machinaal houtbewerker bij van der Kolk en werkt sinds 1971 bij de Groot Vroomshoop in diverse functies, tekenaar, werkvoorbereiding, calculatie, constructeur, bedrijfsleider en manager productontwikkeling en kwaliteit. Hij is de vraagbaak binnen het bedrijf als het om hout, gelamineerd hout, prefabricage en duurzaamheid gaat. Verder is Bert actief voor de branche in meerdere werkgroepen en commissies.