Kou- en tochtwerendheid? Een uitdagende puzzel.
Het klinkt als een open deur; ‘om tocht en koude te weren bij houten raam- en deurkozijnen moeten kieren zo goed mogelijk gesloten zijn’. Maar er zit meer achter dan je in eerste instantie misschien denkt. De wering tegen koude heeft niet alleen met de kierdichting van ramen en deuren te maken. Kou- en tochtwerendheid kun je dus beter bekijken als een puzzel die pas helemaal klopt als alle stukjes ook daadwerkelijk op de juiste plek liggen.
Welke puzzelstukjes hebben we het dan over bij het kou- en tochtwerend maken van houten kozijnen?
Alle verschillende onderdelen waaruit het kozijn zelf bestaat:
- de houtzwaarte en detaillering van kozijnen, ramen en deuren
- het toegepaste glas, bij minder goed isolerend glas is er grote kans op kouval langs het raam
- de ventilatievoorziening indien aanwezig in het kozijn
- de draaiende delen, ramen en deuren moeten voorzien zijn van goede dichtingen en hang- en sluitwerk
- de plaats in het gebouw
- de kwaliteit van het plaatsen van het kozijn, inclusief de luchtdichting rond de kozijnen
Kwetsbare schakels in deze puzzel zijn de draaiende delen. Ramen en deuren gaan veelvuldig open en dicht, dus de dichtingen in deze delen worden jarenlang beproefd en mogen niet slijten.
Luchtdichtheid is een steeds belangrijker onderwerp in de bouw
In het bouwbesluit worden eisen gesteld aan de maximale luchtdoorlatendheid (of luchtdichtdichtheid) van een woning. Kozijnen vormen een onderdeel van de gebouwschil van een woning of gebouw, en dienen dus ook een luchtdichtheids prestatie te leveren.
De laatste tien jaar zie je dat luchtdichtheid een steeds belangrijker onderwerp wordt in de bouw.
Woningen en gebouwen moeten aan steeds zwaardere EPC eisen voldoen, en een belangrijke component van een EPG berekening is de luchtdichtheid van het gebouw. Extra luchtdicht bouwen levert een positieve bijdrage op in de berekening, dus veel ontwerpers en opdrachtgevers kiezen voor steeds luchtdichtere ontwerpen. Waarmee dus ook de prestaties van kozijnen, ramen en deuren moeten stijgen.
Overigens zijn de kozijnen een onderdeel van de luchtdichting van het gebouw, alle plaatsen waar lucht kan binnendringen zijn aandachtspunten. Denk aan de verbinding tussen nok en dak, de aansluiting van dak en muren, alle doorvoergaten in muren en vloeren, en uiteraard de kozijnen. In de software die voor de berekening van de energieprestatie gebruikt wordt, is in de basis een forfaitaire aanname gedaan voor de luchtdichtheid. Als de ontwerper of opdrachtgever kiest voor extra luchtdichtheid, dan zal de bouwer dit later in het werk moeten aantonen tijdens een blower-door test. Het is dus zaak voor de kozijnindustrie om kozijnen, ramen en deuren te fabriceren die perfect luchtdicht zijn en blijven.
De EPC eis wordt komende jaren steeds verder aangescherpt, dus luchtdichter bouwen en de controle hierop door luchtmetingen in gebouwen worden dan ook gemeengoed. Zowel door gespecialiseerde bureaus - die toetsen of de eisen daadwerkelijk behaald zijn rondom de oplevering van het gebouw of de woning - , als door de overheid die steekproefsgewijs woningen laat meten op luchtdichtheid. Hiervoor is dus meer en meer aandacht!
Een ander aspect wat in de Energieprestatieberekening naar voren komt is de isolatieschil van een gebouw. De minimale eisen van het Bouwbesluit moeten sowieso gerespecteerd worden, maar vanuit de EPC eisen is er vaak extra aandacht voor isolatie, en dus ook voor de isolatiewaarden van kozijnen inclusief de ramen en deuren die dan dus extra koude weren.
En zo hebben koude- en tochtwering alles met elkaar te maken, en vormen ze samen een belangrijke factor in de energieprestatie van de hele woning. Goede kozijnen, voorzien van de juiste beglazing en overige componenten, leveren een comfortabele, luchtdichte, en isolerende barrière met de buitenlucht.
Trend luchtdicht bouwen motiveert innovatie
De trend van ‘zo luchtdicht mogelijk bouwen’ zet dan ook flink door. Er spelen hierin twee krachtvelden; ‘luchtdichtheid’ en ‘warmteweerstand’ (ofwel kouwerendheid). Hierdoor wordt het houten kozijn zelf ook een steeds belangrijker puzzelstukje in het geheel. Met doorlopende ontwikkelingen en innovaties rondom kou- en tochtwerendheid als gevolg.
Denk aan de volgende ontwikkelingen en innovaties:
- steeds dikkere beglazing, bijvoorbeeld triple glazing
- steeds zwaardere houtzwaarten en soorten (mede door toepassing tripple glas)
- wijzigingen in detailleringen van het kozijn, de ramen en de deuren
- toepassen van dubbele dichtingen (voor de zekerheid, terwijl dit vaak niet nodig is)
- toenemende aandacht voor de hoeken van dichtingen (knippen of lassen), dit kunnen zwakke schakels zijn in een kozijn.
Bij al deze ontwikkelingen - om te kunnen voldoen aan de steeds strengere eisen rondom kou- en tochtwerendheid - moeten we de eindgebruiker niet uit het oog verliezen. Je kunt een houten raam- of deurkozijn steeds robuuster maken, met steeds meer dichtingen bijvoorbeeld, maar dat heeft gevolgen voor het gebruik. Een standaard woning entreedeur is 2.30 hoog, en hier zit al bijna 7 meter dichting in. Bij een dubbele dichting dus bijna 14 meter! De gebruiker wil gewoon een goed sluitende deur of raam, een prettige soepele bediening met geringe sluitkracht, ook als er 14 meters dichting ingedrukt moet worden.
Puzzel dus gerust door op het gebied van kou- en tochtwering, maar vergeet niet voor wie je dat doet. Per slot van rekening bouwen we met z’n allen voor hen, toch?!
Met ruim 20 jaar ervaring in de bouwbranche beseft Kees Verweel (DEVENTER Profielen) als geen ander voor welke grote uitdaging deze branche staat als het gaat om materiaalkeuzes en het elimineren van afvalstromen. Sinds het lezen van 'Cradle to Cradle: Remaking the Way We Make Things' promoot hij enthousiast het C2C gedachtegoed in zijn eigen praktijk als sales & marketing manager van C2C gecertificeerde producten bij DEVENTER Profielen. Hij is mede initiatiefnemer, oprichter en voorzitter van de C2C Bouwgroep.